vrijdag 3 juli 2015

MaatregelenCatalogus Benutten

Via de onderstaande link kunt u het document MaatregelenCatalogus Benutten van Rijkswaterstaat downloaden.

Maatregelencatalogus_benutten


vrijdag 9 januari 2015

Friese Paarden

Het Friese paard is het oudste inlandse raspaard van Nederland. Zijn wortels gaan ver terug in de tijd. Al in de 13e eeuw was de Fries bekend en het paard vertoont het nog steeds overeenkomsten met zijn verre voorouders.
Friese paarden werden waarschijnlijk al meer dan drieduizend jaar geleden gebruikt. Uit bronnen blijkt dat de Romeinen het ras zeer waardeerden. Ze namen de Fries mee als oorlogspaard voor veldtochten in Brittannië. Ook in de middeleeuwen werd de Fries vooral als krijgspaard gebruikt. Gedurende de Tachtigjarige Oorlog leverden kruisingen met Spaanse paarden, voornamelijk Andalusiërs, een actief en veelzijdig type Fries op.




Engbert Folles en Ton van Duin (vlnr)

Imkerij Gouda (imkerijgouda@folles.nl)

De superfamilie van de bijen (Apoidea) zijn insecten die behoren tot de orde van de vliesvleugeligen (Hymenoptera). Bijen zijn vooral bekend om de honing die ze maken. Bijen verschillen van de meeste andere (vleesetende) vliesvleugeligen door het dieet van nectar en stuifmeel. Ook de larven leven hiervan. Biologisch gezien vormen de bijen echter géén aparte groep. Alle soorten bijen behoren tot de superfamilie Apoidea, waartoe ook alle graafwespen behoren.
Bijen leven soms in volken maar er zijn ook vele solitaire soorten bekend. Tegenwoordig zijn er circa 20.000 bijensoorten beschreven, hoewel het eigenlijke aantal waarschijnlijk hoger ligt. Bijen komen voor op ieder continent, met uitzondering van Antarctica, in alle ecosystemen waarin tweezaadlobbige planten groeien. Men onderscheidt onder andere eusociale bijen en solitaire bijenHommels behoren ook tot de bijen, ze kunnen beschouwd worden als bijen met een langere beharing, waardoor ze in koelere streken kunnen overleven.
Bijen zijn belangrijk voor de bestuiving van vele planten en hebben daarom indirect een rol van ongeveer dertig procent in de keten van al het menselijk voedsel. In Australië en Nieuw Zeeland wordt de rol bij de bestuiving overgenomen door andere dieren zoals vogels, vliegen of vleermuizen.